U bent hier:

Standpunt inzake wetsvoorstel Wet werken waar je wilt

Wat is de mening van FBNed over bijvoorbeeld de kabinetsplannen of het openbaar aandeelhoudersregister?
Wat maakt dat beleid of wet- en regelgeving anders uitpakt voor familiebedrijven?
In hoeverre is er sprake van een gelijk speelveld voor familiebedrijven t.o.v. andere ondernemingsvormen?


Over deze en andere relevante vragen neemt FBNed regelmatig standpunten in en brengt deze onder de aandacht bij politici en beleidsmakers. HIeronder vind je onze standpunten.

15/04/2022

Binnenkort vindt de plenaire behandeling plaats van het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt, op initiatief van D66 en GroenLinks. FBNed steunt dit wetsvoorstel niet.

Inhoud wet
Kortgezegd beoogt de wet werknemers een wettelijk recht op thuiswerken te geven. Aanvankelijk was vooral het beperken van de verspreiding van het coronavirus reden voor de toenmalige Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Smeulders (GroenLinks) om het wetsvoorstel in te dienen en de Raad van State om een spoedadvies te vragen.
Ook menen zij dat ‘na de coronacrisis sprake zal zijn van een nieuwe standaard, waarbij een nieuw evenwicht zal moeten worden gevonden tussen thuiswerken en het werken op de werklocatie. Het recht op thuiswerken en het recht op werken op werklocatie zijn in die zin even belangrijk.’

De indieners willen dat de werknemer bij de werkgever (bedrijf met 10 of meer medewerkers) een schriftelijk verzoek kan indienen om de arbeidsplaats aan te passen, vergelijkbaar met het al bestaande recht van werknemers om werkgevers te verzoeken arbeidsduur of werktijd aan te passen. Een werkgever zou dit verzoek alleen kunnen weigeren indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. Aanvullende voorwaarde is dat het woonadres of de arbeidsplaats van de arbeiders is gelegen binnen de EU.

Advies Sociaal Economische Raad (SER)
In de aanloop naar de behandeling in de Tweede Kamer publiceerde de SER op vrijdag 1 april haar Advies hybride werken.

De SER adviseert aan te sluiten bij het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt, maar te letten op een goede balans tussen zeggenschap en maatwerk. Belangen die daar een rol kunnen spelen zijn onder meer sociale cohesie binnen organisaties, het welzijn en de persoonlijke situatie van werknemers, de samenwerking binnen teams en zware administratieve en/of financiële lasten voor de werkgever. Om die redenen dient de maatstaf 'zwaarwegende bedrijfsbelangen' volgens de SER te worden vervangen door 'redelijkheid en billijkheid'. Per situatie moet in onderling overleg tussen werkgever en werknemer worden afgewogen wat redelijk en billijk is.

Ook adviseert de SER om in het wetsvoorstel de mogelijkheid op te nemen om bedrijfsspecifiek beleid uit te werken in een cao of regeling met de OR. Verzoeken van werknemers worden dan beoordeeld op basis van deze cao of regeling.

Standpunt FBNed
Wij zijn geen tegenstander van thuis- of hybride werken. Toch zijn wij tegen dit wetsvoorstel, ook in een eventueel gewijzigde vorm naar aanleiding van het SER-advies. Wij hebben daarvoor de volgende argumenten.

1. Beleidsvoering ten aanzien van de arbeidsplaats van werknemers is primair voorbehouden aan de werkgever. De werkgever maakt daarin een integrale belangenafweging. De wetgever dient die vrijheid te respecteren en zich terughoudend op te stellen ten opzichte van verplichtingen die zich bevinden in de sfeer van bedrijfsvoering en het overleg tussen werkgever en werknemer. Anders gaat de overheid op de stoel van de ondernemer zitten.

2. In het SER-advies (p. 31) wordt gerefereerd aan een onderzoek van Rabobank, waaruit blijkt dat het voor bepaalde sectoren (financiële en zakelijke dienstverlening, overheid, IT) technisch goed mogelijk is om thuis/hybride te werken. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat het voor onder meer de bouw, transport&logistiek, horeca, groot- en detailhandel en de agrarische sector niet of nauwelijks mogelijk is om thuis dan wel hybride te werken. Voor veel bedrijven is het vanuit het oogpunt van solidariteit en sociale cohesie onwenselijk om dan onderscheid te maken tussen werknemers. Het wetsvoorstel houdt niet alleen onvoldoende rekening met de verschillen tussen bedrijven en sectoren, maar ook met de diversiteit aan werkactiviteiten binnen een bedrijf.

3. In het SER-advies worden verschillende belangen genoemd die een rol spelen in het vinden van een goede balans tussen zeggenschap en maatwerk. Voor veel familiebedrijven wegen sociale cohesie, bedrijfscultuur, innovatievermogen en samenwerking zwaar mee. Deze bedrijven zijn goed in staat om, in overleg met hun werknemers, die belangenafweging te maken.

4. In veel sectoren waar thuis/hybride werken goed mogelijk is, worden hierover al afspraken gemaakt tussen werkgever en werknemer. Dit blijkt uit het SER-advies (zie onder meer hoofdstuk 2) en uit onderzoek. Werkgevers en werknemers maken onderling afspraken over zaken als locatie, frequentie van thuiswerken en vergoedingen. Het wetsvoorstel is dus overbodig, zoals ook de Raad van State onlangs concludeerde: ‘Wetgeving komt pas in beeld als zich structureel knelpunten voordoen waar de praktijk niet goed uitkomt. De afdeling advisering constateert dat vooralsnog niet duidelijk is dat er een zodanig probleem is dat de wetgever moet ingrijpen.’

Leden