U bent hier:

Standpunt inzake conceptwetsvoorstel 'Aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen'

Wat is de mening van FBNed over bijvoorbeeld de kabinetsplannen of het openbaar aandeelhoudersregister?
Wat maakt dat beleid of wet- en regelgeving anders uitpakt voor familiebedrijven?
In hoeverre is er sprake van een gelijk speelveld voor familiebedrijven t.o.v. andere ondernemingsvormen?


Over deze en andere relevante vragen neemt FBNed regelmatig standpunten in en brengt deze onder de aandacht bij politici en beleidsmakers. HIeronder vind je onze standpunten.

26/04/2021

Binnen het Ministerie van Financiën is onderzoek gedaan naar het huidige kwalificatiebeleid van (buitenlandse) rechtsvormen (n.a.v. Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD2)). Dit onderzoek is inmiddels afgerond en heeft geleid tot voorgestelde aanpassingen in de huidige wet vennootschapsbelasting. Als onderdeel van de voorgestelde aanpassingen zal de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van de open commanditaire vennootschap (open CV) komen te vervallen. Daarnaast worden op grond van het ter consultatie aangeboden wetsvoorstel de criteria aangepast om een fonds voor gemene rekening te kwalificeren als belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (open FGR).

Open CV
Op grond van het wetsvoorstel eindigt de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht voor de open CV. Alle bestaande open CV’s worden met ingang van 1 januari 2022 als fiscaal transparant aangemerkt. In het voorgestelde overgangsrecht wordt (bij fictie) geregeld dat de open CV direct op het moment voorafgaand aan de beëindiging van haar belastingplicht, geacht wordt al haar vermogensbestanddelen te hebben overgedragen aan haar vennoten tegen de waarde in het economische verkeer. Dit heeft voor de commanditaire vennoten tot gevolg een verplichte eindafrekening in de vennootschapsbelasting over alle aanwezige stille reserves, fiscale reserves en goodwill (eindafrekeningswinst). Indien de commanditaire vennoten natuurlijke personen zijn (zoals gebruikelijk bij privacy-structuren), heeft de fiscale transparantie tot gevolg dat geen sprake meer is van een aanmerkelijk belang. Hierdoor treedt ook een (eind)afrekening in de inkomstenbelasting (box 2) over het verschil tussen de waarde is het economisch verkeer van het belang in de open CV en de fiscale verkrijgingsprijs.
In het overgangsrecht wordt een aantal faciliteiten genoemd, waaronder de mogelijkheid om de heffing in de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting door te schuiven door het (commanditaire) CV aandeel onder te brengen in een vennootschap (bijvoorbeeld een BV) met gebruikmaking van de aandelenfusiefaciliteit. Dit heeft naar verwachting impact op de privacy van de achterliggende aandeelhouders. Wij verzoeken  in de nadere uitwerking de privacy van de achterliggende aandeelhouders (burgers) te waarborgen.

Open FGR
Er worden nieuwe criteria voorgesteld om een FGR als open te kwalificeren. Een FGR wordt voor de vennootschapsbelasting als zelfstandig belastingplichtig aangemerkt indien sprake is van:

  • Een FGR dat tegen uitreiking van bewijzen van deelgerechtigdheid vermogen bijeenbrengt om dit collectief te beleggen en waarbij ofwel de bewijzen van deelgerechtigdheid worden verhandeld op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een daarmee vergelijkbaar handelsplatform; ofwel
  • het FGR de verplichting heeft tot inkoop van eigen deelnemingsrechten. De inkoopverplichting betekent dat het FGR de verplichting heeft om met regelmaat de bewijzen van deelgerechtigdheid op verzoek van de deelgerechtigden in te kopen of terug te betalen ten laste van de activa van het FGR.

Bij een fonds tussen familieleden is een wezenlijk kenmerk dat de deelgerechtigden hun bewijzen van deelgerechtigdheid feitelijk slechts overdragen binnen de beperkte kring van familieleden en aanverwanten. Het voorgaande vormt voor het kabinet aanleiding om genoemd familiefonds niet langer in aanmerking te laten komen voor zelfstandige belastingplicht. Op grond van dit wetsvoorstel zou een familiefonds dan niet langer zelfstandig vennootschapsbelastingplichtig zijn en worden geacht al haar vermogensbestanddelen te hebben overgedragen aan haar deelnemers tegen de waarde in het economische verkeer. Dit heeft tot gevolg een verplichte eindafrekening in de vennootschapsbelasting over alle aanwezige stille reserves (eindafrekeningswinst). Deze transparantie heeft voor de participanten (natuurlijke personen) ook een (eind)afrekening in de inkomstenbelasting (box 2) tot gevolg over het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer van het belang in het open FGR en de fiscale verkrijgingsprijs. Voor de fiscale gevolgen van een overgang van een open FGR naar een transparante FGR worden geen doorschuiffaciliteiten of betalingsregeling in het vooruitzicht gesteld.

Wij verzoeken in de nadere uitwerking rekening te houden dat deze groep familiebedrijven dezelfde mogelijkheden behouden als nu van toepassing zijn.

Leden