Wat is de mening van FBNed over bijvoorbeeld de kabinetsplannen of het openbaar aandeelhoudersregister?
Wat maakt dat beleid of wet- en regelgeving anders uitpakt voor familiebedrijven?
In hoeverre is er sprake van een gelijk speelveld voor familiebedrijven t.o.v. andere ondernemingsvormen?
Over deze en andere relevante vragen neemt FBNed regelmatig standpunten in en brengt deze onder de aandacht bij politici en beleidsmakers. HIeronder vind je onze standpunten.
Tweede Kamer Verkiezingen: Familiebedrijven bij sommige politieke partijen in levensgevaar
Familiebedrijven zijn essentieel voor een stabiele samenleving op zowel economisch als maatschappelijk vlak. Familiebedrijven zijn de drijvende kracht van de Nederlandse economie. 273.000 bedrijven in Nederland zijn een familiebedrijf. Dat is in totaal 60% van de bedrijven in het land. Al die familiebedrijven zijn goed voor ruim 29% van alle werknemersbanen. Ze zijn met gezamenlijk 2,5 miljoen banen de grootste werkgever.
Familiebedrijven essentieel voor Nederland
Veel politieke partijen zien het belang in om de familiebedrijven te behouden maar een aantal politieke partijen wil overdracht naar de volgende generatie onmogelijk maken.
Het intact houden van familiebedrijven, de meest voorkomende ondernemingsvorm, is voor Nederland essentieel. Zo kan het worden ingezet voor groei, werkgelegenheid en innovatie. Dat versterkt niet alleen het verdienvermogen van Nederland, maar leidt uiteindelijk ook tot meer belastinginkomsten voor de overheid. Daar profiteren alle Nederlanders van. Daarom kennen alle Europese landen ook fiscale regelingen om de continuïteit van familiebedrijven te ondersteunen en het overdragen naar de volgende generatie mogelijk te maken. Met de huidige bedrijfsopvolgingsregelingen* zit Nederland achterin de Europese middenmoot.
Gelijk speelveld gewenst
Van alle bedrijven worden alleen de familiebedrijven geconfronteerd met schenk- en erfbelasting. Omdat zij winsten in het bedrijf houden en minder uitkeren aan aandeelhouders zal bij overdracht het bedrijf middelen beschikbaar moeten stellen om de schenk- en erfbelasting te betalen. Dat familiebedrijven wel, en bijvoorbeeld beursgenoteerde bedrijven niet, nadeel ondervinden van deze belasting is niet goed voor een gelijk speelveld. Op deze manier worden de familiebedrijven op een achterstand gezet ten opzichte van de overige ondernemingen.
Goede overdracht cruciaal
Om familiebedrijven blijvend bij te laten dragen aan het verdienvermogen van Nederland is een goede overdracht naar de volgende generatie cruciaal. De huidige bedrijfsopvolgingsregeling is in Europese context niet ruimhartig maar lijkt nog geen grote bedreiging te vormen voor de continuïteit van het familiebedrijf. De recente CPB-doorrekeningen laten zien welke keuzes politieke partijen maken op dit gebied. Een aantal partijen wil deze regels afschaffen of tenminste versoberen.
Continuiteit familiebedrijf niet bij alle politieke partijen veilig
De VVD, CDA, CU, PVV en FvD willen de huidige faciliteiten behouden en de knelpunten aanpakken. De heffing komt bij hen uit op het huidige tarief van maximaal 3,4% van de waarde van het bedrijf. Daarentegen geeft D66 een versobering aan waardoor de heffing uitkomt op 20% en bij de SP op 28%. Nog radicaler zijn de plannen van GroenLinks en PvdA waar de overdracht naar de volgende generatie volstrekt onmogelijk is met een heffing van ruim 85%. Indien deze heffing van 85% eerst nog onttrokken moet worden uit het familiebedrijf is de bruto onttrekking ruim 150%. Met deze heffing is voortzetting nagenoeg onmogelijk en daarmee is de continuïteit van deze ondernemingsvorm in het geding.
* Als het gaat om de voortzetting van een familiebedrijf op de volgende generatie is een aantal maatregelen fiscaal gezien van belang.
De doorschuifregeling (DSR). Bij vervreemding van aanmerking belang (familiebedrijf) moet je hierover afrekenen in box 2. Omdat er bij overdracht naar de volgende generatie geen liquide middelen vrijkomen en voortzetting in de familie geen vervreemding is zorgt de DSR ervoor dat deze heffing doorgeschoven mag worden naar het (mogelijke) moment dat er wel echt sprake is van vervreemding, door verkoop aan een externe partij.
De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Bij vererving of schenking geeft de BOR een vrijstelling van 83% van de waarde van het familiebedrijf. Over de overige 17% is dan schenk of erf belasting verschuldigd. Ingeval van ouder op kind is dat nu 20%. Effectief is de heffing dan 20% van 17% is 3,4%. Ervan uitgaande dat deze belasting betaald zal moeten worden uit uitgekeerde dividenden zal er met het huidige tarief in box 2 ruim 4,6% van de waarde van het bedrijf uitgekeerd moeten worden.
Tarieven. De tarieven in box 2 en de tarieven van schenk- en erfbelasting hebben uiteraard ook invloed.
De VVD, CDA, CU, PVV en FvD pleiten niet voor enige versobering in bovenstaande regelingen.
D66 wil de BOR versoberen naar 50% vrijstelling, de SP wil de BOR helemaal afschaffen en de PvdA en GroenLinks willen zowel de BOR als de DSR afschaffen en de tarieven flink verhogen.