Ons land telt ruim 295.000 familiebedrijven en hun aandeel in het totale aantal bedrijven nam licht toe. Familiebedrijven blijven bovendien langer ondernemen: bijna twee derde bestaat al meer dan tien jaar en bijna één op de vijf zelfs langer dan dertig jaar. Ter vergelijking: bij niet-familiebedrijven is slechts 38 procent ouder dan tien jaar.
Samen leveren familiebedrijven inmiddels 2,8 miljoen banen, een groei van 3 procent ten opzichte van vorig jaar. Deze cijfers laten zien hoe familiebedrijven zorgen voor stabiliteit en continuïteit in een economie die voortdurend in beweging is.
Ook economisch gezien spelen familiebedrijven een sleutelrol. Ze zijn goed voor bijna 160 miljard euro aan toegevoegde waarde, wat neerkomt op bijna 30 procent van de waardecreatie in het bedrijfsleven. Binnen het mkb is dit zelfs 58 procent.
Daarnaast is meer dan de helft van de snelst groeiende bedrijven in Nederland een familiebedrijf. Hoewel familiebedrijven gemiddeld iets minder vaak extreme groeispurten laten zien, zijn zij door hun investeringsbereidheid en langetermijnblik een belangrijke motor van duurzame groei.
Regionaal gezien zijn familiebedrijven onmisbaar. Buiten de Randstad domineren zij de bedrijvigheid. In sommige provincies is de rol van het familiebedrijf zelfs twee keer zo groot als die van het niet-familiebedrijf. Bovendien zijn familiebedrijven relatief vaak gevestigd in niet-stedelijke gebieden, waar zij essentieel zijn voor de lokale economie, voorzieningen en duurzame ontwikkeling.
Op de arbeidsmarkt onderscheiden ze zich vooral als een belangrijke werkgever voor de middenklasse. 84 procent van de banen bij familiebedrijven valt in de loonklassen tot 4.000 euro per maand. Bij niet-familiebedrijven ligt het aandeel in de hogere inkomensklassen juist beduidend hoger. Daarmee zijn familiebedrijven belangrijke dragers van het middensegment en een cruciale pijler van brede welvaart.