U bent hier:

Verkiezingsprogramma's en familiebedrijven

17/11/2023

Familiebedrijven komen veel voor in de verkiezingsprogramma’s maar versterkend beleid om de kurk waarop Nederland drijft te ondersteunen ontbreekt

Op 22 november zijn de Tweede Kamer verkiezingen. Een veelgehoord en relevant thema is ‘bestaanszekerheid’ voor de burgers. Een ander thema is dat bedrijven te maken krijgen met nog meer lastenverzwaringen. De aanpassingen in het Belastingplan 2024 die door de Tweede Kamer zijn aangenomen leiden er zelfs toe dat de belastingdruk voor ondernemers hoger is geworden dan voor werknemers. Gecombineerd met andere uitdagingen zoals netcongestie, regeldruk, trage politieke besluitvorming en uitholling van het verdienvermogen, is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre de bestaanszekerheid van het bedrijfsleven op peil blijft.
Ondernemen wordt daarmee ontmoedigd terwijl het Comité voor Ondernemerschap in haar Jaarbericht Staat van het MKB 2023 juist pleit voor meer ruimte voor ondernemerschap door regie te nemen en vertrouwen te geven. Familiebedrijven, lange termijn ondernemers bij uitstek, zijn goed voor 2,2 miljoen banen in Nederland.
Voor familiebedrijven is er nog een extra factor die de essentie van bestaanszekerheid als familiebedrijf raakt: het bedrijf doorgeven aan de volgende generatie zonder dat de continuïteit in gevaar komt. FBNed bekeek de verkiezingsprogramma’s en komt tot enkele ontnuchterende conclusies.

Hoe zit het ook alweer?
Bij de overdracht van het familiebedrijf aan de volgende generatie via schenking of vererving moet fiscaal worden afgerekend. Het verschuldigde belastingbedrag hangt van twee factoren af:

  • De huidige “doorschuifregeling” (DSR) zorgt ervoor dat de inkomstenbelasting van 33% die in box 2 verschuldigd is vanwege ‘vervreemding aanmerkelijk belang’, pas betaald behoeft te worden als de aandelen aan een derde worden verkocht, omdat dan pas liquide middelen beschikbaar zijn om deze belastingclaim te kunnen voldoen.
  • Conform het Belastingplan 2024 geldt er bij overdracht van een onderneming aan de volgende generatie, krachtens de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) een vrijstelling van 75% op de af te dragen schenk/erfbelasting van 20% door kinderen. Dit geldt bij een ondernemingswaarde boven de € 1,5 miljoen (daaronder is de vrijstelling 100%). De afdracht bedraagt dan 20% van 25%, dus 5% van de waarde van het familiebedrijf. Deze afdracht betalen de opvolgers als privépersoon.

In meer dan de helft van de gevallen en in vrijwel alle gevallen van middelgrote en grote familiebedrijven, moet er extra vermogen uit het familiebedrijf gehaald worden om deze belasting te kunnen betalen. Dat gebeurt in de vorm van dividend die is belast met het box 2 tarief van 33%. Om dus de erfbelasting van 5% van de waarde van de onderneming te kunnen betalen, moet er derhalve een onttrekking van 7,5% van de gehele waarde van het bedrijf plaatsvinden.

Ongelijk speelveld
Het is belangrijk dat familiebedrijven kunnen blijven bestaan als familiebedrijf vanwege hun lange termijn gerichtheid in plaats van korte termijn winstmaximalisatie en hun rol als werkgever en stabiele factor in de lokale gemeenschap. Het maakt uit wie de eigenaar van een bedrijf is. Alleen familiebedrijven worden bij overdracht geconfronteerd met een extra onttrekking van 7,5% van de waarde van het bedrijf. Concurrenten en bedrijven met andere eigenaren hebben die extra belastingdruk niet. Het gevolg daarvan is dat het Nederlandse familiebedrijf op grotere achterstand gezet wordt t.o.v. buitenlandse bedrijven, beursgenoteerde bedrijven en private equity. Dat kan niet de bedoeling zijn voor de kurk waarop Nederland drijft.

Hoe staan de politieke partijen tegenover familiebedrijven?
Als we de focus leggen op de overdracht van familiebedrijven, dan kunnen we de politieke partijen onderverdelen in drie groepen. Daarbij is gekeken naar de verkiezingsprogramma`s, de doorberekeningen van het Centraal Planbureau en de standpunten op de websites. Er zijn drie groepen onderscheiden:

Politieke partijen die de regeling willen verbeteren:

  • PVV, BVNL en FvD willen de overdracht van het familiebedrijf aan de volgende generatie helemaal niet belasten.
  • BBB en JA21 willen de belasting bij de overdracht van het familiebedrijf aan de volgende generatie verlagen.

Politieke partijen die de regeling intact willen houden

  • VVD, NSC, CDA, SGP en CU willen de huidige regeling intact houden.

Politieke partijen die de regeling willen versoberen

  • Ten opzichte van de huidige 7,5% onttrekking van de ondernemingswaarde verhogen VOLT, D66 en GL/PvdA deze aanzienlijk. Variërend van 30 tot 94%.
  • PvdD, SP en Bij1 willen de belasting bij overdracht verhogen maar het ontbreekt aan nadere informatie om aan te geven hoe groot deze verhoging is.

Conclusies
De meeste politieke partijen benoemen familiebedrijven in hun verkiezingsprogramma’s. Van de top in de laatste peilingwijzer zijn 5 partijen voor een versobering van de bedrijfsoverdrachtsregelingen (vaak in combinatie met het verhogen van het box 2 tarief of een jaarlijkse vermogensheffing op het box 2 vermogen). 3 Partijen kiezen voor behoud van de regelingen en slechts 2 van de top 10 in de peilingwijzer pleiten voor een verbetering. Verder is het opvallend dat geen enkele partij oog heeft voor de zeer negatieve effecten die vastgoedfamiliebedrijven ondervinden van de huidige aanpassingen in de BOR, terwijl er een groot woningtekort is.
Na de verkiezingen zullen er in het formatieproces afspraken gemaakt worden over zaken die deze regeling raken. Dat gaat over de BOR, de DSR en de tarieven in box 2 en de schenk -en erfbelasting en het ondernemende vastgoed. De doorberekeningen laten zien dat de politieke partijen hier verschillende keuzes in maken en dat een aantal politieke partijen het bijkans onmogelijk maken om het familiebedrijf over te dragen aan de volgende generatie.
Het gevolg, zeker bij middelgrote en grote familiebedrijven? Zeer waarschijnlijk verkoop aan een buitenlandse partij waardoor winsten naar het buitenland vloeien en werkgelegenheid en investeringskracht in Nederland wordt uitgehold. Wij kunnen ons niet voorstellen dat er politieke partijen zijn die dat aan de kiezer kunnen uitleggen.

Leden