In het Financieel Dagblad (FD) (20 mei) stelt CPB-directeur Pieter Hasekamp dat er vanuit economisch onderzoek geen bewijs is dat familiebedrijven beter presteren dan andere bedrijven.
FBNed heeft de volgende reactie naar het FD verzonden die zowel digitaal als in de gedrukte krant (23 mei) geplaatst is:
In het opiniestuk ‘Ontsnappen aan de vloek van de fiscale regeling’ stelt Pieter Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau (CPB), dat er vanuit economisch onderzoek geen bewijs is dat familiebedrijven beter presteren dan andere bedrijven. Daarom zou de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ook niet nodig zijn. Hier slaat de heer Hasekamp de plank volledig mis en negeert hij de tekortkomingen in de CPB-evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregelingen.
Voor economie en maatschappij is het van belang wie de eigenaar is. Doelstellingen, tijdperspectief en de waarden van een eigenaar beïnvloeden wel degelijk hoe een onderneming wordt bestuurd en dus presteert. Familiebedrijven denken in generaties, niet in kwartalen. Zij zijn gericht op continuïteit en behoud van werkgelegenheid. Familiebedrijven zijn sterk vertegenwoordigd in de regio en hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor hun omgeving en hun mensen.
De CPB-evaluatie van de BOR toont ernstige tekortkomingen. Zo stond in mei vorig jaar een kritisch artikel in deze krant waar Maarten Merkus van KPMG Meijburg, stelt: ‘Het kan best zijn dat 99 eenmansbedrijfjes de belasting kunnen opbrengen, maar als één bedrijf met 99 werknemers dat niet kan, praat je wel over 50% van de werkgelegenheid die gevaar loopt. Wees dus heel voorzichtig met de conclusie dat een regeling kan worden versoberd.'
De heer Hasekamp toont geen kritische blik naar de eigen CPB-evaluatie en stelt dat er geen economisch onderzoek is dat aantoont dat familiebedrijven beter presteren. Hij verwijst het familiebedrijf en de BOR naar de uitgang. Een toenemend aantal onderzoeken vergelijkt de prestaties van familiebedrijven met die van andersoortige bedrijven. Niet alleen financieel maar ook op factoren zoals werkgelegenheid, innovatie, productiviteit en duurzaamheid. De heer Hasekamp zal verrast zijn door de uitkomsten van die onderzoeken.
Familiebedrijven concurreren met buitenlandse, private equity en beursgenoteerde bedrijven. Bij familiebedrijven moet bij het overdragen van het ondernemingsvermogen aan de volgende generatie schenk- of erfbelasting worden voldaan. Dat kan vaak alleen door extra dividendbetalingen vanuit het bedrijf. Deze heffing speelt niet bij andersoortige bedrijven. De Nederlandse BOR behoort al tot de meest beperkte in Europa, zeker in vergelijking met de ons omliggende landen. Een versobering van de BOR zet Nederlandse familiebedrijven nog verder op achterstand en dat moeten we niet willen.
Albert Jan Thomassen en Stefan Tax – respectievelijk directeur en manager public affairs van FBNed | Familiebedrijven Nederland