Kinderen die het familiebedrijf van hun ouders voortzetten, betalen op dit moment ongeveer 3,4% belasting zodra zij het bedrijf door vererving of schenking in handen krijgen. Dat schiet omhoog naar circa 41,5% als de huidige belastingregelingen voor bedrijfsopvolging volledig verdwijnen.
Naar aanleiding van het onderzoek wat FBNed samen met Stichting Familie Onderneming door KPMG heeft laten uitvoeren zijn vier FBNed-leden en ondernemers gevraagd hun mening, zorgen en ervaringen te delen.
Bastiaan Barenbrug van Barenbrug Graszaden in Nijmegen: ’Dat betekent dat ik meer dan de helft van het eigen vermogen als dividend uit het bedrijf moet halen om de belastingclaim, die nota bene in privé wordt opgelegd, te kunnen betalen. Dan ben je technisch failliet.’
Roderick Post van maritiem adviesbedrijf Post & Co in Rotterdam: ‘Bedrijven gaan door cycli. Ondernemers zijn vaak de eerste twintig jaar mega-actief en daarna wat minder. Als een nieuwe generatie aantreedt heeft die straks geen financiële middelen om te vernieuwen en te ondernemen.’
Peter Rikken van industrieel verpakkingsbedrijf Meilink in Borculo: ‘Ik heb het idee dat de politiek het hele bedrijfsleven op één hoop veegt. Voor de corporate bedrijven is het hoofddoel zoveel mogelijk geld verdienen. Voor familiebedrijven is het continuïteit. Sinds 1984 hebben we hier geen gedwongen ontslagen meer gehad. Of kijk hoe familiebedrijven omgaan met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat vinden wij vanzelfsprekend. Dat soort bedrijven moet je niet minder weerbaar maken.'
Roeland den Breejen van JdB groep, handel- en aannemingsbedrijf in grond en grondwerken in Hoofddorp: ‘Het is kiezen tussen twee kwaden. Een klein percentage betalen over een groot bedrag loopt toch best op. Maar als je de overdracht niet kunt financieren, dan komt het bedrijf misschien in handen van een andere partij. Dat is iets wat je ook niet wilt. Je zit tussen twee vuren.’
Lees hier het artikel in het FD.